Stap 3: Installeren en verbinden van Tablets

Als de tablets zijn opgeladen en het access point op de juiste manier is aangesloten kun je de tablets gaan verbinden met het Wi-Fi netwerk. In deze stap laten we zien hoe je de tablets verbindt met het gewenste Wi-Fi netwerk. Het is belangrijk om dit voor elke tablet nauwkeurig te doen om er voor te zorgen dat het netwerk optimaal blijft functioneren.

Allereerst moet je weten met welk Wi-Fi netwerk je gaat verbinden. Indien je een access point van Snappet hebt ontvangen, kan je de naam van het Wi-Fi netwerk vinden op het label dat achter op het access point is geplakt. Heeft jouw school ervoor gekozen om een eigen Wi-Fi netwerk te gebruiken dan raden we je aan om contact op te nemen met de netwerk- of systeembeheerder voor de juiste gegevens van het netwerk.

1. Tablet aanzetten
De Aan/Uit knop van de tablet is de zwarte knop die zich rechts onder op de tablet bevindt. Als de tablet volledig is uitgeschakeld kun je hem aanzetten door de knop net zo lang in te houden tot het Snappet logo in beeld verschijnt (ongeveer 5 seconden). Staat de tablet in de stand-by stand, dan is een keer kort indrukken voldoende.

2. Het Snappet hoofdmenu
De tablet heeft even nodig om op te starten, na ongeveer 30 seconden verschijnt het hoofdmenu. Het hoofdmenu bestaat uit vijf items:

  • De Snappet app;
  • Instellingen;
  • Check updates;
  • Netwerkdiagnose;
  • Reset WIFI;
  • Wifi-Settings.

Om verbinding te maken met het Wi-Fi netwerk moet je naar de Wifi-settings van de tablet gaan.

3. Leerkracht-PIN
De Wifi-settings en de instellingen van de tablet zijn beveiligd met een Leerkracht-PIN. Dit voorkomt dat leerlingen belangrijke instellingen van de tablet kunnen wijzigen. Geef deze code dus niet aan je leerlingen. Je kunt een Leerkracht-PIN in jouw leerkracht-dashboard vinden. Klik in je dashboard (leerkracht.snappet.org) op instellingen en vervolgens op Tablets. Zorg ervoor dat de maand en het jaar waarvan je de PIN genereert in het dashboard overeenkomt met de maand en het jaar waarom de tablet vraagt. Je kunt nu de PIN genereren. Ter beveiliging moet je eerst je wachtwoord invullen. Voer de PIN op de tablet in en druk op OK. Deze code is per maand anders.

Als de tablet nog niet aan een leerling is gekoppeld, zijn de Wifi-settings en de instellingen zonder Leerkracht-PIN toegankelijk. Zodra er een leerling aan een tablet is gekoppeld, wordt er om de Leerkracht-PIN gevraagd.

4. Wi-Fi verbinden (zonder proxyserver)
Bij de Wi-Fi-instellingen vind je de beschikbare netwerken. Kijk op het acces point in jouw klas welk netwerk je hebt of kies voor het schoolnetwerk. Selecteer het juiste netwerk en voer het daarbij behorende wachtwoord in. Indien je met een Snappet access point werkt is dit wachtwoord te vinden in de brief die je bij het startpakket hebt ontvangen. Als er op jullie school gebruik wordt gemaakt van een proxyserver volg dan de stappen van het volgende punt. Maken jullie geen gebruik van een proxyserver dan druk je op “verbinden” en kun je verder met punt 6.

Als jullie gebruik maken van een eigen wifi-netwerk, is het een ander wachtwoord dan in de brief staat. Vraag dit wachtwoord na bij de ICT-er op school.

5. Wi-Fi Verbinden (met proxyserver)
LET OP: Als jullie een proxyserver op school hebben, ga je niet naar de Wifi-settings op de tablet maar naar Instellingen.

Nadat je het juiste netwerk hebt gevonden in de lijst kun je de tablet daarmee gaan verbinden. Zoals eerder aangegeven is deze netwerknaam te vinden op het witte label dat achter op het access point geplakt is (bij Snappet-wifi). Selecteer dit juiste netwerk en voer het daarbij behorende wachtwoord in. In het geval van een proxyserver moet je eerst de gegevens van de proxyserver invoeren voordat je kunt verbinden. Om deze gegeven in te kunnen vullen selecteer je eerst “Geavanceerde opties weergeven”. Er verschijnen twee nieuwe opties waaronder “Proxyinstellingen”. Verander de proxyinstellingen van “Geen” naar “Handmatig”. Nu kun je handmatig de “Hostnaam” en de “Proxy-poort” invullen. Als je niet weet wat de “Hostnaam” of “Proxy-poort” zijn, raadpleeg dan jullie systeem- of netwerkbeheerder. Als je deze gegevens hebt ingevuld druk je op “verbinden”.

6. Internetverbinding controleren
Als alle bovenstaande stappen gelukt zijn, kun je terug naar het hoofdmenu door op de “Home” knop te drukken (het huis-icoon links onderin het scherm). Rechts onderin is, als alles goed is gegaan, een gevulde Wi-Fi-waaier zichtbaar. Deze geeft aan dat de tablet met het Wi-Fi netwerk verbonden is.